Mountainbike zonder Wtc

Ook voor de mountainbikers op woensdagmiddag had de lock-down, zo zijn gevolgen. Er kon niet meer in verenigingsverband worden gefietst, dus een ieder was op zich zelf aangewezen. Er was nog wel even app-verkeer geweest, om toch buiten verenigingsverband met groepjes van twee te fietsen, maar na rijp beraad en ampele overwegingen is dit niet doorgegaan. Omdat mijn fiets niet anders weet op woensdagmiddag, ben ik dan ook maar alleen op pad gegaan. Zekerheidshalve ook een andere outfit gekozen, die van D&W. Ik zal dit niet voluit schrijven, om Erik Jansen niet te bevoordelen t.o.v. de andere sponsors van de WTC.
Mijn voornemen was om wederom de route in het Schwarzwald te doen, omdat deze vorige keer zo ontzettend goed bevallen was. Vorig jaar, toen ik voor de eerste keren meefietste met de WTC en we op het laatst dit gedeelte fietste, kon ik het gedeelte inwendig wel vervloeken. Ik was dan op een gegeven moment helemaal op. Dat doet me ook denken aan die zaterdagmiddag dat ik heel optimistisch me meldde op het Kaasplein. Met goede moed vertrokken we daar met een groot aantal mtb-ers van niveau cat. 1 en 2, zo bleek even later onderweg. En Bert, de wegkapitein beulde me behoorlijk af , sorry Bert, ik bedoel daagde, me aardig uit. Een dag later werd ik er lichamelijk aan herinnert wat ik de zaterdag ervoor gedaan had. Toen ik jonger was, gebeurde dat ook weleens maar dan had ik wat anders gedaan dan fietsen.
Via het wildviaduct over de A1, nam ik eerste de routes rond de Oude Markeloseweg, de Wakel en hotel Rijssenseberg. Zo langzamerhand weet ik de routes hier aardig te vinden, maar het is altijd makkelijker een wegkapitein te hebben. Je mist dit dan wel weer, als je in je eentje fietst. Dat niet alleen, ook het gekwebbel van de dames onder weg, kortom je mist wel een stukje gezelligheid.
Toen ik even stopte om te kijken hoe ik verder kon fietsen, werd ik ingehaald door een andere mtb-er. Hij fietste iets verder het bos in en ik wist ook gelijk weer waar ik naar toe moest. Na wat gedronken te hebben, ging ik achter de andere fietser aan. Al snel zag ik hem een eind voor me, maar het moest te doen zijn om hem in te halen. De afstand werd ook kleiner en ik had niet meer zo’n rammelkast van een fiets die ik dit voorjaar ingeruild had. Het kabaal van zo’n fiets jaagt de mtb’er alleen maar op. Ondertussen was er een andere mtb’er achter me komen zitten, maar ik twijfelde om hem langs te laten gaan. Toch maar wel gedaan, want ik had de ingeving om hem voorbij te laten gaan en dan kon ik me mooi aan hem optrekken. Die gedachte zijn er dan wel, maar met de uitvoering wilde het niet zo goed lukken. Even later zag ik beide mtb’rs niet meer.
Al zo prakkezerende kwam ik bij de Markelose weg aan, om de route door het Scharzwald te doen. Eerst een schitterende mooie route door het Nieuwland en daarna kom je op de Burg. Knottenbeltlaan. Na deze gekruist te hebben, zag ik aan de andere kant van de weg nog een tweetal mtb’ers aankomen, met daarachter nog twee man. Ik kon het niet zo goed zien, maar in eerste oogopslag zag ik dat de eerste man ook een shirt en broek droeg van D&W. Dat kon niet anders dan dat die sneller zouden zijn dan ik. Maar ik had zoiets van, die gaan me niet inhalen, ik moet eerder bij de voormalige steenfabriek zijn dan zij. Bovendien had ik een stukje voorsprong. Maar dus nu wel een flink tandje erbij. Voorzichtigheid was echter geboden, want afgelopen zomer was ik op dit traject al eens overmoedig geworden en ben daar toen twee keer tegen de vlakte gegaan. Nu was het hier en daar modderig en uiteraard ook glad, dus goed opletten. Dit maakt ook het mountainbiken zo mooi. Het werd voor mezelf een pittige strijd, ik zou en moest ze voorblijven. Zo nu en dan, als in na een bocht keek, zag ik ze aankomen. Het was moeilijk in te schatten hoe ver ze nog achter me zaten. Het lukte me aardig, maar op een gegeven moment had ik wel zo iets van “ben ik er nog niet”. Het duurde allemaal wat langer en het hijgen werd ook luider, maar ik zette door. Eindelijk zag ik het gebouw van de scouting, even flink door trappen de bult op, het smalle hekje door en een laatste sprint naar de Markelose weg. Dat beschouwde ik als finish. Het lukte en heel tevreden en voldaan stapte ik af. Ik kon niet anders, want was even helemaal leeg. Nauwelijks afgestapt en de jongens waren er ook. En inderdaad voorop fietste Jelke Dondertman, zoon van Erik, met Tom in korte broek en een ieder weet dan wel, wie ik bedoel. Vrij snel erna volgde Sebastiaan en Bram. Allen van vriendengroep de Moat’n. Het gaf me toch even een enthousiast gevoel dat ik deze jonge atleten, die zich niet zo maar uit het veld laten slaan, nog net voor had kunnen blijven. Volgens mij was het Bram, die nog iets zei over dat hij niet voluit had gereden, maar dat wilde ik niet horen, om mijn enthousiasme niet te verstoren. Uiteraard hadden de jongens geen rustpauze nodig en fietsten al weer snel door richting Singelweg.
Mijn tochtje zat er eigenlijk al op. Nog een stukje langs de Schaapskooi, Bovenberg en over de Oude Rijssenseweg ging het op de automatische piloot naar het Kaasplein.
Och, dacht ik, je moet er in deze tijd toch maar wat van maken. Ondanks het gemis van de woensdagmiddaggroep, probeer het ik toch leuk te houden, al slaat de fantasie daarbij weleens op hol. Allen fijne feestdagen toegewenst. Blijf vooral gezond.