De hel van het oosten.

Op zondag 3/10 werd de, binnen wielerkringen bekende “Hel van het Noorden”, Parijs Roubaix, maar Nederland heeft ook haar “Hel van het Oosten”, sinds diezelfde zondag.  Op de zondagmorgen om 6.15 uur, toen de haan nog moest ontwaken, starten ruim 1000 deelnemers voor de Dutch Masters, met ieder 200 km voor de kiezen. Markelo was met ruim 40 deelnemers goed vertegenwoordigd.

De weersvoorspellingen waren niet al te best. Voor de optimisten zouden er slechts enkele buitjes voorbijkomen, maar dat hoorde bij zo’n Dutch Masters en daar kon een ieder wel tegen. Bovendien kwamen die voorspellingen niet altijd uit. Ook dit keer niet. Zij het, dat het maar een bui was, die ergens in de nacht van zaterdag op zondag begon en tot zondagavond van geen ophouden wist.

Al kort na de start in Haarle besefte menigeen dat het wel eens een flinke uitdaging kon worden, omdat de regen de paden omgetoverd had tot een flinke modderbende. Dat had vooral zijn weerga op de mountainbike. Nog voor de eerste pauzestop in Markelo, meldde Alfons al een vastgelopen rem. Geen probleem, dan had het ondersteunend team van Dak en Wand, ook eens wat te doen en Alfons kon verder met een reservefiets.  Maar al snel bleek dat het daar niet bij bleef. Erik Wevers zat om 9 uur al thuis aan de koffie aangezien zijn remklauw muurvast zat. En om 8.30 uur was Gerda al thuis voor een fietswissel. Als je electronisch schakeling hebt moet je hem wel voordien goed opladen, beginnersfoutje:).Later bleek deze wissel niet voldoende want na 120 km is ze alsnog afgestapt.

Onderweg op de route begon de modder, zijn tol te eisen aan  de remmen van de fietsen. Her en der stonden groepjes deelnemers met problemen met de voor- en achterrem. Dit betekende dat in de loop van de morgen al snel een groot aantal deelnemers de wedstrijd moest staken.

Voor de deelnemers veranderde de uitdaging in een gevecht tegen de elementen. De niet ophoudende regen, de bemodderde paden, de gaten met verraderlijke dieptes en wortels ontaardde in een strijd, die veel energie vergde. Normaliter kun je in een vloeiende beweging de hellingen op en af, maar nu kon je niet de daarvoor benodigde snelheid bereiken. De constante regen had door de regenkleding, de huid bereikt en kon niet verder, maar zorgde wel voor, de kou die beslag legde op je lijf, vooral als je even stil stond.

Het was dan toch verwonderlijk dat er nog zoveel deelnemers, de tussenpauze op 100 km. in Haarle bereikten. Vele moesten toen stoppen vanwege mankementen aan de remmen van de fiets of waren zo uitgeput dat het onverantwoord was om door te gaan. Een aantal die binnen kwamen waren nauwelijks te herkennen. Robert Meengs en Max van der Heijden zagen eruit, zoals de knecht van Sinterklaas, vroeger werd genoemd. De modder was ook doorgedrongen tot diep in de schoenen. Peter Tjoink haalde zo een handvol modder uit zijn sokken en schoenen. Overige ballast die niet mee hoefde op dit transport, voor het overige deel van de route. Zelfs de koffie in de manege smaakte naar modder, zo merkte enkele supporters op.

De organisatie besloot de route met 40 km in te korten, althans dat werd gezegd maar bleek later 14 km te zijn. Dit was voor het selecte groepje diehards (wat na de 100 km nog doorging) wel een flinke tegenvaller toen  na 160 km bleek dat ze nog 25 km moesten afzien  door de modder. Al ploeterend en vechtend, door plassen waar zowat een halve fiets in verdween, ging het richting Luttenberg. Hier was een pauzestop waar enkele Markelose bikers werden getrakteerd op een pannenkoek, die Johan die morgen had gebakken. Ook andere bikers kwamen als vliegen op de stroop toesnellen, op deze lekkernij. Helaas moesten deze teleurgesteld worden omdat deze alleen voorbehouden waren aan de leden van de WTC Markelo. Ook de fietsen werden ondertussen zo goed alsnog kon voorbereid op het laatste gedeelte. Voor één van de andere outsiders, liep het bijna desastreus af. Een hongerige fietser die binnenkwam had alleen nog oog voor het eten in de tent en stoof, zonder zich te realiseren dat zijn remmen niet goed meer functioneerden, af op de koek en zopietent. Door snel iets bij te sturen en met hulp van enkele medestanders kon voorkomen worden dat de koek en zopietent in de blubber terecht kwam.

Het fijt dat moeder was afgestapt,  werd binnen de fam. Nijhuis weer goed gemaakt door de geweldige prestaties van zoon Max die als hoogst geklasseerde biker uit Markelo, op 7de plaats binnen kwam en Koen die op 36ste plaats eindigden.

Ondertussen zijn er nog een aantal Markeloërs aan het strijden. Zo kwam Arjan Ruiterkamp er tijdens een afdaling achter dat hij zowel voor als achter geen remmen meer heeft. Met gevaar voor eigen leven liet hij zich ter aarde storten, gelukkig kwam hij er zonder kleerscheuren van af maar durfde niet verder met deze fiets. Ook nu schoot het verzorgingsteam Jansen D&W te hulp en met een reserve fiets kon hij ook het laatste deel uit fietsen.   Na ca. 12 ½  uur fietsen, zeg maar worstelend en strijdend waren de laatste Markelose fietsers binnen . Annemien Markink presteerde het om de gehele monstertocht te volbrengen en eindigde van de Markelose dames het hoogst. Maar dat was niet het enige succes binnen de fam. Markink, want ook de zoons Ruben en Richard eindigden op resp. de 68ste en 204ste plek.

Bijzonder detail bij deze Mud Masters was dat de remblokjes van Arjan Zandvoort, het goed hadden uitgehouden in tegenstelling tot de andere fietsers. Had hij zulke  harde remblokjes? Die moesten wel van diamant zijn, om een dergelijke slijtageslag te kunnen overwinnen.

Woord van deze heroïsche dag: “remblokje”.